Wij hebben een selectie gemaakt van de belangrijkste eindejaarstips en aandachtspunten. Hierbij baseren wij ons voornamelijk op het pakket Belastingplan 2022 en eerdere wetsvoorstellen. We hebben de volgende tips voor je op een rijtje gezet en zullen deze uitleggen door middel van een case. Hierdoor heb je een duidelijk beeld van wat deze eindejaarstips voor jou kunnen betekenen.

    BELASTING OVER BOX 3 VERMOGEN

    In de aangifte inkomstenbelasting 2022 wordt gekeken naar de bezittingen van Zoë (liquide middelen, effecten, vorderingen, de tweede woning en overige bezittingen) minus de schulden van leningen per 1 januari 2022.

    Hierbij geldt dat er een vrijstelling is van €50.650 per persoon (met fiscaalpartner €101.300) en deze kan verhoogd worden met een vrijstelling voor groene beleggingen van €60.429 (met fiscaalpartner €120.858). Over het meerdere worden de volgende bedragen aan belasting geheven:

    MAAR HOE KUN JE VERMOGEN VERLAGEN?

    Dit kan door al diverse betalingen te doen. Zo kun je kleine schulden aflossen, openstaande facturen betalen, aan solvabele ondernemingen kosten vooruitbetalen voor komend jaar, zoals de zorgverzekeringspremie. Of betaal alvast grote uitgaven, zoals de privéauto.  Daarnaast kan je bijvoorbeeld een fiscaal interessante schenking doen aan de kinderen, al dan niet middels een schuldig erkenning.

    Aangezien de voorlopige aanslag 2021 te laag is, vraagt je aan je adviseur van Solvent of deze voorlopige aanslag verhoogd kan worden en je betaalt dit bedrag aan de hand van de aanslag nog dit jaar.

    Je kijkt verder of de liquiditeit in de onderneming voldoende is om investeringsplannen en schulden te kunnen betalen, zodat je een tekort vanuit privé kan bijstorten of in de onderneming kan laten zitten.

    Daarnaast overweegt je of het interessant is om de eigenwoningschuld af te lossen, geld in te brengen in de BV en wellicht een groot bedrag te schenken aan de kinderen. Aangezien dit grote beslissingen zijn, kun je het beste contact op te nemen met jouw adviseur van Solvent.

    Heb jij ook een vraag over bovenstaand onderwerp? Of wil je ook besparen op de belasting die jij over jouw vermogen betaalt? Neem dan contact op met Erwin Gritter: e.gritter@solvent.nl of via onderstaand contactformulier.

    Bepaalde opleidingskosten zijn. aftrekbaar. Echter zijn er wel een aantal voorwaarden waar je rekening mee dient te houden.

    MET WELKE VOORWAARDEN REKENING HOUDEN BIJ AFTREK VAN STUDIEKOSTEN?

    1. Je hebt geen recht meer op studiefinanciering (geen beurs of ov-abonnement van DUO).
    2. De studie of opleiding moet bedoeld zijn voor zijn (toekomstig) beroep en er is een leertraject.
    3. De opleiding mag niet onder de standaard studieperiode vallen.
    4. Je mag alleen de noodzakelijke kosten aftrekken, zoals: collegegeld, cursusgeld, lesgeld of examengeld en boeken of bepaalde software.

    Let op! Houd er rekening mee dat studiekosten vanaf 1 januari 2022 niet meer aftrekbaar zijn!

    STAP-BUDGET

    Vanaf 1 januari 2022 zijn studiekosten en andere scholingsuitgaven niet meer aftrekbaar. In plaats van de aftrek studiekosten komt er een subsidieregeling: STAP-budget voor werkenden en werkzoekenden. STAP staat voor Stimulering Arbeidsmarktpositie.

    WAT BETEKENT DIT ?

    De invoering van het STAP-budget betekent onder meer het volgende:

    • Studiekosten die je in 2021 hebt betaald, kan je nog aftrekken in de aangifte inkomstenbelasting 2021. Studiekosten die je in 2022 of later betaalt, zijn niet meer aftrekbaar. Vanaf 1 maart 2022 kan je het STAP-budget aanvragen bij het UWV.

    Je kunt de studiekosten in aftrek brengen in de aangifte 2021 als ze zijn betaald in 2021. Indien de studiekosten zijn betaald in 2022 kan je een subsidieregeling aanvragen vanaf 1 maart 2022.

    Mocht je meer informatie willen over de aftrek studiekosten of over het STAP-budget? Neem dan contact met ons op! Wij helpen je graag!

    TIJDELIJKE VERHOGING

    Stel je benut elk jaar de vrije ruimte van de werkkostenregeling optimaal. De werknemers waarderen de onbelaste vergoedingen die ze ontvangen altijd zeer. Door corona was het een turbulent jaar, maar gelukkig is door de coronacrisis de vrije ruimte verhoogd naar 3% van de fiscale loonsom over de eerste €400.000 en over het meerdere geldt een tarief van 1,18%.

    WAT BETEKENT DIT ?

    Je hebt gedurende het jaar al diverse kosten gemaakt die onder de vrije ruimte vallen. Gelukkig zijn deze kosten, inclusief de bij behorende omzetbelasting, op een aparte grootboekrekening geboekt. Hierdoor zijn de kosten inzichtelijk.

    De kosten die hier bijvoorbeeld onder vallen, zijn : kinderopvang, vergoeding ziektekosten, personeelsfeesten buiten de deur, reiskostenvergoedingen boven de €0,19 per kilometer, vergoedingen van telefoons en tablets voor privégebruik, bedrijfsfitness, cadeaubonnen, geschenken aan het personeel en een tantième aan een werknemer. Doordat al deze kosten al staan geboekt in de administratie op een aparte grootboekrekening, is er eenvoudig te zien hoeveel er van de vrije ruimte al is besteed. Het restant van de vrije ruimte kan op deze manier worden gebruikt om het personeel belastingvrij te belonen.

    LET OP!Het is binnen de vrije ruimte niet toegestaan om een werknemer een bonus te geven van €2.400 of meer. Daarnaast kan de vrije ruimte niet worden doorgeschoven naar 2022.

    VOORBEELD

    Je hebt een fiscale loonsom van €350.000 en kan een vrije ruimte van €10.500 benutten. De kosten die op dit moment al in de vrije ruimte zijn gemaakt, staan al geboekt op een aparte grootboekrekening en bedragen voor 2021: €5.000.

    Dan is er nu nog een vrije ruimte van €5.500 te besteden.

    Wanneer de vrije ruimte wordt overschreden, vindt daarover een eindheffing van 80% plaats.

    Groot kerstpakket

    Je hebt een vrije ruimte van €10.500 en wil je werknemers een groot kerstpakket geven en de totale kosten in 2021 komen uit op €11.500.

    Dan is een bedrag van €1.000 belast met 80% en dat kost de onderneming €800.

    Afhankelijk van de belastingschijf van de medewerkers bekijkt je of je dit bedrag beter als belast loon kan geven of als vergoeding in vrije ruimte van de werkkostenregeling. Hiervoor maak je onderstaande berekening:

    Stel:

    • Je wilt een werknemer die normaal 49,5% belasting betaalt €1.000 netto geven. Dan kost dat de werkgever €1.980, of te wel €980 belasting.*
      *Voor werknemers in de hoogste schijf valt de naheffing van 80% lager uit.
    • Als de werknemer 37,1% belasting betaalt en je zou hem €1.000 netto willen geven, dan kost dat de werkgever €1.590, of te wel €590 belasting.*
      *Voor werknemers met een inkomen onder de € 68.508 in de inkomstenbelasting in box 1  valt de naheffing van 80% hoger uit.

    GERICHT VRIJGESTELDE KOSTEN

    Naast kosten die vallen in de vrije ruimte, zijn er ook kosten die gericht zijn vrijgesteld en welke niet worden meegenomen in de berekening voor de vrije ruimte. Hierbij valt te denken aan kosten voor vervoer; tijdelijk verblijf van de dienstbetrekking tijdens dienstreizen en maaltijden; cursussen, congressen, vakliteratuur, inschrijving in een beroepsregister; studie- en opleidingskosten voor het werk; noodzakelijk gereedschap, computers, mobiele communicatiemiddelen; Arbo voorzieningen en verklaring omtrent gedrag.

    Bekijk of je je personeel kan belonen met kosten die gericht zijn vrijgesteld om zo het personeel op fiscaal gunstige wijze te belonen.  Houd hierbij wel de vereisten volgens de loonbelasting in de gaten.

    Wil jij weten of jij nog ruimte over hebt, of hoe jij jouw personeel het beste kan belonen, zodat zij hier ook het meeste rendement uithalen? Neem dan contact met Erwin Gritter: e.gritter@solvent.nl

    MEDEWERKERS DIE WILLEN BLIJVEN THUISWERKEN, HOE GA JE HIER MEE OM?

    Veel werknemers hebben de voordelen ervaren van het thuiswerken en willen dan ook (deels) thuis blijven werken. Als je werknemer structureel thuis gaat werken, is het verstandig een thuiswerkovereenkomst af te sluiten. Daarin staat op welke dagen je werknemer thuis zal werken.

    Verder kun je afspraken vastleggen over werktijden, bereikbaarheid en het gebruik van werkmiddelen. Leg bijvoorbeeld vast dat een werknemer de bureaustoel, laptop en telefoon van de zaak weer inlevert als hij uit dienst gaat. Dit kun je ook doen in een gebruikersovereenkomst per werkmiddel.

    TIP!

    Wij adviseren om altijd een thuiswerkbeleid op te stellen wanneer je het als organisatie mogelijk wilt maken om voor bepaalde functies/functiegroepen thuis te werken. Hierin kun je de aandachtspunten beschrijven betreffende het thuiswerken, maar ook de wijze van controle. Deze kan tevens in het personeelshandboek worden opgenomen. Je kan er ook voor kiezen om met de individuele werknemer een thuiswerkovereenkomst af te sluiten.

    Heb je hier hulp bij nodig? Neem dan contact op. Wij kunnen je helpen bij het maken van de overeenkomsten, maar ook voor jou kijken wat voor jouw organisatie het beste werkt.

    VENNOOTSCHAPSBELASTING (VPB)

    • Voor 2021 geldt voor het lage tarief een grens van €245.000 winst met 15% VPB, het toptarief is alle winst boven €245.000 tegen een tarief van 25%
    • In 2022 is de grens van het lage tarief verhoogd naar €395.000 met 15% VPB, het toptarief is alle winst boven €395.000 tegen een tarief van 25,8% VPB.

    Het kan dus handig zijn om een deel van de projecten van dit jaar alvast door te schuiven naar 2022 om zo gebruik te maken van het voordeligere lage tarief.

    EEN VOORBEELD:

    • Stel dat je nog €50.000 euro winst zou maken in december, dan komt jeop een totaalwinst van €50.000 + €225.000 = €275.000.Hiervan is €245.000 belast tegen 15% = €36.750 en
      €275.000 – €245.000 = €30.000 * 25% = €7.500.Dit komt uit op een totale VPB-last van €36.750 + €7500 = €44.250.
    • Stel: je zou de omzet van € 30.000 in 2022 kunnen verantwoorden, dan zou dit 10% aan VPB heffing schelen. En dit zou in dit geval €30.000 * 10% = €3.000 opleveren

    Als je verwacht dat jouw jaarwinst boven de €245.000 uitkomt en je wilt weten of het mogelijk is om dit tariefvoordeel toe te kunnen passen, neem dan contact op met Erwin Gritter: e.gritter@solvent.nl

    WAT IS DE MIA?

    Als je gebruik wil maken van een elektrische auto, kan je aanspraak maken op de MIA (Milieu-investeringsaftrek). Hierbij kun je tot maximaal 36% van de investeringskosten aftrekken van de fiscale winst. Dit is aanvullend op de reguliere afschrijving, waardoor je dus minder belasting betaalt.

    De percentages voor de milieu-investeringenaftrek zijn in 2021 13,5%, 27% en 36%. Echter zijn deze percentages in 2022 gestegen naar 27%, 36% en 45%. Dit betekent dus dat je in 2022 een hogere aftrek realiseert.

    EEN VOORBEELD:

    Bij een elektrische auto van €50.000  komt €40.000 in aanmerking voor de MIA. Dit zou er  voor 2021 en 2022 dan zo uit zien:

    Rekenvoorbeeld MIA elektrische auto

    2021

    2022

    Aanschafprijs (code E3110)

    €50.000

    €50.000

    Maximaal komt € 40.000 volgens codeomschrijving

    €40.000

    €40.000

    Milieu-investeringsaftrekpercentage

    13,5%

    27%

    Milieu-investeringsaftrek*

    €5.400

    €10.800

    *Deze milieu -investeringsaftrek gaat ten laste van de winst.

    WAT BETEKENT DIT VOOR MEES?

    Als je kijkt naar dit voorbeeld, zie je dus dat het verstandig is om te wachten tot 2022 voordat je een elektrische auto gaat aanschaffen. Daardoor kan je dan gebruik maken van een hoger percentage en zal je dus meer investeringskosten kunnen aftrekken.

    DE EGALISATIERESERVE

    Je kunt een egalisatiereserve vormen voor kosten en lasten die pas in de toekomst tot een piek in uitgaven leiden. De toekomstige uitgaven moeten dus ongelijkmatig verdeeld zijn. Hier wordt bij het voorbeeld van de vervanging van het dak aan voldaan.

    WAT BETEKENT DIT V?

    Als je het dak over 10 jaar vervangt, kun je elk jaar €10.000 (€100.000/10) aan de egalisatiereserve toevoegen. Dit betekent dat je in die jaren een jaarlijkse last neemt van €10.000. Dit vermindert de winst van de eenmanszaak in die jaren. Aan het eind van het 10e jaar, wanneer het dak is vervangen en de uitgave is gedaan, is de egalisatiereserve verminderd naar nihil. Door het vormen van de egalisatiereserve verspreid je de kosten gelijkelijk over de jaren. Je voorkomt hiermee dat je alleen in het jaar van uitgave een omvangrijke kostenpost ten laste van het resultaat van de eenmanszaak kan brengen. De belastingheffing verschuiven je zo voor een deel naar de toekomst. Ook behalen je hiermee, vanwege het progressieve belastingtarief in box 1, waarschijnlijk een fiscaal voordeel.

    EEN VOORZIENING VORMEN

    Daarnaast is het ook mogelijk is een voorziening te vormen. Omdat bij een egalisatiereserve in het verleden niet gedoteerde bedragen niet kunnen worden ingehaald, is de vorming van een voorziening meestal gunstiger. Overigens kan een kostenegalisatiereserve omgezet worden in een voorziening. Hierdoor is toch weer inhaal mogelijk.

    De adviseur vstelt voor om voor de verwachte kosten van de schilderwerkzaamheden een voorziening te vormen. De fiscale uitwerking  van een dergelijke voorziening is vrijwel hetzelfde als de egalisatiereserve.

    WAT BETEKENT DIT ?

    Net als bij de voorziening spreid je zo de kosten over de verschillende jaren. Voor de schilderwerkzaamheden voeg je jaarlijks €5.000 (€25.000/5) toe aan de onderhoudsvoorziening. Als de schilderwerkzaamheden zijn uitgevoerd, bedraagt de voorziening weer nihil. In het jaar van de uitgaven boek je de uitgaven namelijk af van de voorziening. Deze kosten verwerk je dan niet in de winst- en verliesverrekening van de eenmanszaak. Dat is in de voorgaande jaren immers al gebeurd.

    Door het vormen van een egalisatiereserve of een (onderhouds)voorziening verdeel je de onderhoudskosten gelijkelijk over de jaren. Je voorkomt hiermee dat je slechts in het jaar van uitgave een omvangrijke uitgave ten laste van hun fiscale resultaat kan brengen

    Mocht je meer willen weten over de egalisatiereserve en/of voorziening?  Dan kun je gerust contact met ons opnemen. Onze fiscalisten bekijken graag samen met jou de mogelijkheden hieromtrent en welke voordelen je hiermee kunt behalen.

    WAAROM IS EEN LENINGSOVEREENKOMST ZO BELANGRIJK?

    In de leningsovereenkomst neem je zaken op als een aflossingsschema en een rentepercentage. Het is belangrijk dat de overeengekomen afspraken zakelijk zijn. Kortom, alsof je handelt met een derde. Anders kan de Belastingdienst de (civielrechtelijke) lening fiscaal anders kwalificeren. Zoals wij in het onderstaande voorbeeld toelichten, kan dit zeer nadelig voor je zijn. Wij adviseren je daarom om na te gaan of je een leningsovereenkomst hebt opgesteld en zo ja of de overeengekomen afspraken zakelijk zijn. Uiteraard helpen wij je graag bij deze beoordeling.

    WAT BETEKENT DIT ? WAT ZIJN DE RISICO’S ALS JE GEEN LENINGSOVEREENKOMST OPSTELT?

    Stel je hebt onlangs €200.000 geleend aan je bv. Als enig aandeelhouder ben je verplicht de afspraken hieromtrent schriftelijk vast te leggen. De Belastingdienst kan namelijk het standpunt innemen dat er sprake is van een onzakelijke lening. Als jij en je bv dan geen leningsovereenkomst hebben opgesteld, komt dit jouw bewijspositie niet ten goede. Immers is er dan schriftelijk niets vastgelegd omtrent het rentepercentage en de aflossingen. Bij een procedure omtrent de zakelijkheid van de lening kan de fiscus dan (eerder) gelijk krijgen van de rechter dan wanneer je wel alles schriftelijk had vastgelegd. Het kan heel nadelig zijn als de geldverstrekking als onzakelijke lening wordt gekwalificeerd.

    WAT ALS DE BV DE LENING NIET MEER KAN TERUGBETALEN? WELKE FISCALE GEVOLGEN HEEFT DIT?

    Om hier een duidelijk antwoord op te geven, schetsen wij twee situaties: De situatie waarin je de lening onder zakelijke, dan wel onder onzakelijke voorwaarden hebt verstrekt.

    • Zakelijk lening
      Als de bv niet de middelen heeft om de lening terug te betalen, kan je de vordering afwaarderen. Het afwaarderingsverlies kan je ten laste van het box 1 inkomen brengen. De netto-aftrek is maximaal c.a. 43,5%.
    • Onzakelijke lening
      Als het geld onder onzakelijke voorwaarden aan de bv is verstrekt, zijn de fiscale gevolgen heel anders. Dan kan je de  vordering namelijk fiscaal niet afwaarderen. Fiscaal gezien is de geldverstrekking namelijk geen lening.  Fiscaal geldt de geldverstrekking dan als kapitaalstorting in de bv. Je kunt dus geen afwaarderingsverlies ten laste van het box 1 inkomen brengen.Wel verhoogt de (informele) kapitaalstorting de verkrijgingsprijs van zijn aandelen in de bv. In het jaar van liquidatie van de bv zal je hierdoor een lager box 2 voordeel behalen, dan wel een hoger verlies in box 2 hebben. Als je in het jaar voorafgaand aan de liquidatie geen positief box 2 inkomen hebt, kun je het box 2 verlies niet verrekenen. Je hebt immers geen positief box 2 inkomen meer na de liquidatie van de bv.
      Gelukkig vindt de wetgever, net als wij en jou, het onverrekend blijven van deze verliezen onredelijk. Daarom verleent zij hiervoor een belastingkorting in box 1. Als je de lening in 2022 zou afwaarderen en ook in dat jaar de bv liquideert, verkrijg je dus een belastingkorting in box 1. De belastingkorting bedraagt in 2022 26,9 % van het box 2 verlies. De belastingkorting kan je na een volledig wachtjaar (2023) verrekenen met de over het box 1 inkomen van 2024 t/m (uiterlijk) 2031 verschuldigde inkomstenbelasting.

    WAT BETEKENT DIT ?

    De netto- aftrek van de belastingkorting is maximaal €53.800 (€200.000 x 26,9%). Dit is dus veel lager dan de netto-aftrek van het afwaarderingsverlies van een onzakelijke lening in box 1. Die bedraagt namelijk €87.000 (43,5% x €200.000). Door het opstellen van een leningsovereenkomst met zakelijke voorwaarden kan dit dus ongeveer €35.000 besparen. Bovendien kun je het afwaarderingsverlies in box 1 dan veel eerder in aftrek brengen dan dat je het verlies in box 2 kunt verrekenen of de belastingkorting in box 1 kunt realiseren.

    Indien je meer informatie wilt over het opstellen van een leningsovereenkomst neem dan contact op met Erwin Gritter: e.gritter@solvent.nl

    Het verlies in box 1 kan je verrekenen met positieve inkomsten in box 1, zoals de TOZO-uitkering die je hebt ontvangen in 2021. Het verlies dat overblijft kan je verrekenen met de drie voorafgaande jaren en daarna met de aankomende negen jaren. Je kan niet zelf kiezen waarmee je het verreketd, aangezien het een verplichte volgorde heeft. Echter, dit maakt niet uit, je bent immers allang blij dat je dit kan verrekenen.

    Het verlies van box 1 kan niet verrekend worden met inkomen uit box 2 (aanmerkelijk belang) of box 3 (sparen en beleggen).

    Verliezen die je niet kan verrekenen, verdampen. Maar aangezien het met de drie voorgaande jaren en komende negen jaar wordt verrekend, kan je ervan uit gaan dat je het in één van de twaalf jaren wel kan verrekenen.

    VOORBEELD

    Noa heeft in 2021 een inkomen van de TOZO van €7.500, een eigen woningaftrek van €2.000 en verlies uit onderneming in box 1 van €25.000. Ze houdt dan een verlies uit onderneming in box 1 over van €19.500.

    Over 2018 had zij een inkomen in box 1 van €5.000, in 2019 van €5.000 en in 2020 van nihil. Dan kan zij met de voorgaande drie jaren €10.000 verrekenen en blijft er een bedrag van €9.500 over om te verrekenen met toekomstige positieve inkomsten in box 1 vanaf de jaren 2022 tot en met 2030.

     In 2018 had Noa, gelet op haar heffingskortingen en inkomen, geen belasting betaald. Helaas leidt haar verliesverrekening dan niet tot een teruggave van belasting.

    • In 2019 had Noa naast box 1 inkomen ook inkomen uit vermogen in box 3. Daarvoor had zij wel belasting betaald en ontvangt ze door deze verrekening belastinggeld terug.

    WAT BETEKENT DIT VOOR NOA?

    Nu Noa weet dat zij 2021 waarschijnlijk met verlies afsluit, gaat zij nog beter kijken hoe ze het jaar wel positief kan afsluiten. Ze besluit om materiele vaste activa met winst te verkopen. Hiervoor heeft ze spullen op voorraad staan, welke ze wellicht tegen een lagere prijs gaat verkopen, maar wel met een grote winst. Op deze manier probeert ze in 2021 het verlies te beperken.

    Maar Noa denkt nog verder…. Ze heeft in de eindejaartips ook gelezen over de tip om het box-3 vermogen te beperken. Daarom benadert ze een aantal welgestelde particuliere relaties om juist nu in 2021 producten bij haar te kopen, in plaats van in 2022. Door het verschuiven van deze verkopen hoopt ze te voorkomen dat ze in 2021 een verlies heeft.

    VOORBEELD

    Noa heeft de verkopen van januari 2022 naar voren kunnen halen en heeft geen verlies. Er hoeft geen verlies te worden geschoven naar 2018 waarbij de verliesverrekening niet leidde tot een belastingteruggave.

    Doordat Noa in januari 2022 geen verkopen heeft (en stel dat 2022 een slecht jaar wordt en ze het met verlies afsluit), kan ze haar winst met 2019 verrekenen, een jaar waarin zij wel belasting heeft betaald.

    Maar uiteraard zal Noa er alles aan doen om goed zicht te blijven houden op haar financiële administratie met als doel om ook voor 2022 te streven naar winst. Door haar wekelijkse inzicht in haar administratie kan ze veel sneller ingrijpen in de organisatie dan zij voorheen kon doen.

    Heb jij het afgelopen jaar verlies geleden? Neem dan contact met ons op, zodat wij samen kunnen kijken hoe we hierop kunnen anticiperen.

    MEEWERKAFTREK, WAT IS DIT?

    Wanneer jouw partner onbetaald of tegen een vergoeding van minder dan €5.000 meewerkt in jouw bedrijf, kun je profiteren van meewerkaftrek. Je betaalt dan minder belasting over de winst, omdat je dit als aftrekpost in mindering kunt brengen op de winst van de onderneming.

    Voorbeeld: Jan werkt zonder vergoeding mee in de onderneming van Merel, waardoor Merel mogelijk deze fiscale faciliteit kan gebruiken. Op basis van de meewerkaftrek kan Merel een bedrag ten laste van het fiscale resultaat van haar onderneming brengen. De hoogte van de aftrek heeft de wetgever gekoppeld aan het aantal gewerkte uren van de partner. Wel dient Jan minimaal 500 uur per jaar zonder vergoeding in de eenmanszaak mee te werken, wil Merel daadwerkelijk voor deze aftrek in aanmerking komen. Bij minder meegewerkte uren is de meewerktaftrek namelijk nihil.

    WAT BETEKENT DIT VOOR MEREL EN JAN?

    Als Jan in 2022 600 uur in de onderneming van Merel werkt, verkrijgt zij een aftrek ter hoogte van 1,25% van de winst. Als Merel in 2022 een fiscale winst heeft van €50.000 bedraagt de meewerkaftrek €625 (€50.000 x 1,25%). Het aftrekpercentage neemt toe naarmate Jan meer uren in haar onderneming werkt. Dit is gemaximeerd op 4% van de winst.

    Ook al als Merel besluit Jan een arbeidsvergoeding van maximaal €5.000 te betalen, behoudt zij de meewerkaftrek. Deze vergoeding mag Merel niet ten laste van de winst van haar eenmanszaak brengen. Bij Jan zijn deze inkomsten niet belast.

    Als Jan van Merel echter een hogere arbeidsbeloning ontvangt, kan Merel geen gebruik meer maken van de meewerkaftrek. Dan moet Jan de arbeidsbeloning wel als inkomsten (uit overige arbeid in box 1) in zijn aangifte inkomstenbelasting aangeven. Zijn overige box 1 inkomsten in dat jaar zijn bepalend of hij hierover daadwerkelijk inkomstenbelasting verschuldigd is. Als Merel in een hoger belastingtarief valt dan dat van Jan behalen zij met de arbeidsvergoeding een fiscaal voordeel. Immers, de aftrek bij Merel is dan hoger dan de belasting die Jan over zijn arbeidsvergoeding moet betalen.

    Het is dus een keuze om de meewerkaftrek toe te passen, dan wel een arbeidsbeloning (van minder dan of tenminste €5.000) in aanmerking te nemen. Wat fiscaal gunstig is, verschilt per situatie. Uiteraard beoordelen onze adviseurs graag wat voor jou de beste keuze is. Heb je hier vragen over, of wil je kijken wat in jouw geval het meest gunstig is? Neem dan contact op met Erwin Gritter: e.gritter@solvent.nl

    Wil je meer informatie over de toepassing van één of meer tips en/of aandachtspunten? Of heb je advies nodig? Neem dan contact op met onze fiscalisten: Erwin Gritter, en Casper Lacroix. Zij helpen je graag verder!